daar heb ik mijn bestaan
waar schaduwen verdwijnen
en het zonlicht binnengaan
Waar beroering van de aarde
zo zacht is als een veer
waar rimpelingen glijden
over de spiegel van een meer
Waar een vingertop, een stofje
nawijst met de wind
dat over de hoge boomtop
zijn verre bestemming vindt
Daar waar engelen wonen
daar op die hoge baan
die verder voert dan de sterren
daar kom ik vandaan
God mag het me geven
dat ik terugkeer op een dag
om vleugels te verkrijgen
en eindelijk vermag
wat hier op dit aardrijk
geen deel was van mijn lot
wat uit mijn handen glipte
gebroken en kapot
Daar waar engelen wonen
spreek ik met mijn ziel
hervindt ik met een glimlach
elke traan die mij ontviel
Want leed werd dáár geboren
veel lager dan mijn hart
dat nooit het schijn en wezen
der dingen heeft verward
En nooit zich zal verliezen
aan een donkere aardekluit
die het gordijn der Eeuwigheid
slechts een korte spanne sluit